Agenda 2021

Inleiding

De missie van de Universiteitsbibliotheek (UB) Maastricht is een partner in onderwijs en onderzoek te zijn. Ze faciliteert wetenschappelijke kennisontwikkeling en kennisdeling in de brede community van de Universiteit Maastricht (UM). Om dit te realiseren biedt de UB een breed palet aan diensten aan studenten, docenten, onderzoekers en medisch personeel werkzaam bij het MUMC+ om hun onderwijs, onderzoek en patiëntenzorg te faciliteren. We bieden meerwaarde vanuit de principes waar de UM voor staat, aangevuld met de kernwaarden van de UB (Strategische agenda UB [Engels]).

 

  • Collaborative, met een sterke nadruk op community building en customer engagement gebaseerd op communicatie, informatie en kennisuitwisseling
  • Open, met aandacht voor studentenparticipatie, diversiteit en inclusiviteit, (digitale) drempelvrije toegankelijkheid en Open Science
  • Research, met customised support en showcasing van research & societal impact
  • Education, met aandacht voor 21st century skills en een goede digitale en fysieke studieomgeving toegankelijk voor alle UM-kaarthouders
  • Academisch, met aandacht voor integriteit, creativiteit, experimenten, excellentie, stimuleren van kritisch en onafhankelijk denken
  • Flexibel: wendbaarheid, met sterke focus op de waarde beleefd door de gebruikers en een aanpasbaar dienstenpalet
  • Duurzaam: aandacht voor wellbeing van medewerkers en gebruikers, omgevingsbewust, gericht op verminderen van de ecologische voetafdruk en digitale transitie gebaseerd op publieke waarden

In 2021 bouwen we voort op wat er bereikt is in de jaren daarvoor. Veel werk gebeurt op een ‘continuing basis’, waarbij 2020 in termen van de manier waarop diensten zijn geleverd voor een deel anders en vooral digitaal was. Ook zien we dat in 2020 bepaalde activiteiten veel meer tijd vroegen, bijv. het zoeken en verwerven van digitale leermiddelen. De ‘reguliere’ activiteiten staan in het jaarplan 2021 niet meer apart vermeld. Dat betekent dus niet dat die er niet toe doen, integendeel, en ze zullen binnen de afdelingen en teams ook op de agenda staan. Wat hier voorligt is een overkoepelende blik op heel veel werk wat in de afdelingen en teams is voorbereid om tot een jaaragenda te komen, zowel groot als klein, specifiek voor een team of UB-breed, grotere en minder grote prioriteit. De 5 speerpunten die hieronder zijn beschreven zijn bedoeld als oplegger, waar we proberen het UB ‘bos’ te schetsen en waar de ‘bomen’ in geplaatst kunnen worden. Het ‘bos’ wordt geschetst aan de hand van 5 speerpunten:

 

A. Een stimulerende studieomgeving op de campus en community engagement
B. Goede facilitering digitaal onderwijs, blended learning* en online toegang
C. Open Science en zichtbaarheid wetenschappelijke output UM
D. Actuele collecties en trainingen
E. Integrale bedrijfsvoering en het nieuwe werken

*Onder Blended learning wordt hier verstaan:
het optimaliseren van leerervaringen van studenten door een goede combinatie van face-to-face en ICT in het onderwijs.

 

student sitting on the floor, reading a book

Waar werkt de UB in 2021 aan?

A. Een stimulerende studieomgeving op de campus en community engagement

Waar staan we nu?

In 2020 zijn er twee nieuwe locaties van UB-studieplekken geopend: in Tapijn 11 en in het middengebied van de Paul-Henri Spaaklaan (PHS) in het gebouw van de Faculty of Science & Engineering in Randwyck. In totaal biedt de UM voor ruim 20.000 studenten in totaal 3.000 generieke studieplekken. Dit is geheel in lijn – namelijk 1 studieplek op elke 7 studenten – met de kwaliteitsafspraken die gemaakt zijn met de Universiteitsraad in het kader van de studievoorschotmiddelen. Door de COVID-19 pandemie zijn er in de praktijk minder beschikbaar en is de openstelling afgestemd op de richtlijnen van de overheid.

Het type locatie en de voorzieningen binnen die locaties is verschillend. Groepsopdrachten, individuele studie maar ook trainingen en co-creatie worden gefaciliteerd in verschillende typen ruimtes zoals learning grid, cockpits, makerspace en videoruimte. Verder bieden faculteiten in hun onderwijsgebouwen – vooral informele – studieplekken. Plekken waar studenten voor een kortere tijd samen kunnen werken en communiceren. Tevens zijn er onderwijsgroepskamers voor groepswerk. De kwantitatieve kant is goed (en het beste van de Nederlandse universiteiten). Het komend jaar ligt de focus op kwalitatieve verbeteringen die ook inspelen op de toenemende digitale leermiddelen.

Wat willen we bereiken en hoe?

  1. Dat alle studenten een goede en passende studieplek tot hun beschikking hebben, al naar gelang hun behoeften en wensen en het moment waarop ze dit nodig hebben (zodra dit weer mogelijk is gelet op de beperkingen vanwege de COVID-19 pandemie).
    Hoe? De studieomgevingen voorzien van een ‘brandingconcept’. Iedere locatie heeft een Unique Selling Point met eigen specifieke functionaliteiten en services. E.e.a. nauw aansluitend bij de functionaliteiten die faculteiten bieden.
  2. Ruimtes voor studenten en andere gebruikers van de UB bieden mogelijkheden voor diverse vormen van (hybride) studeren en projectmatig werken, individueel en in groepen en zijn optimaal beschikbaar.
    Hoe? Ruimtes voorzien van faciliteiten voor digitale presentaties en hybride vormen van samenwerking met mogelijkheden, bijvoorbeeld via apps, voor reservering van ruimtes / studieplekken / videoruimte / makerspace. Naast de inrichting van ruimtes worden ook voorzieningen en serviceverlening aangepast o.b.v. de veranderende eisen die blended onderwijs stelt aan state of the art studievoorzieningen (o.m. informatiehuiskamer, wellbeingruimte, IT skilling medewerkers).
  3. Verbeterde klantervaring
    Hoe? Voorzieningen en services worden aangepast op basis van user experience en onderwijs- en onderzoeksontwikkelingen en wensen van de faculteiten en het UM-beleid op het gebied van diversity en wellbeing.
  4. Kennisdelen en het stimuleren van sociale interactie waarmee we onze community binnen en buiten de UB versterken en verbreden.
    Hoe? Onze klanten en partners ervaringen en belevingen bieden door het opzetten van een programmering met activiteiten en evenementen vanuit onze bijzondere collecties, het makerspaceconcept en onze locaties met de nadruk op Tapijn en PHS.

 

B. Goede facilitering digitaal onderwijs, blended learning en online toegang

Waar staan we nu?

Om een goede facilitering voor digitaal onderwijs, blended learning en online toegang te kunnen bieden is goed functioneel beheer van de verschillende onderwijssystemen een belangrijke voorwaarde (Canvas, ZOOM, BlackBoard Collaborate, Mediasite, Testvision, Proctorio, FBF, Wooclap en SDT). In maart 2020 diende het onderwijs, vanwege de landelijke COVID-19 maatregelen, online te worden aangeboden. Het systemenlandschap is daardoor uitgebreid met bijkomende druk op de organisatie. Om eerder in te kunnen spelen en in de toekomst goed voorbereid te zijn op dergelijke omstandigheden ontwikkelt de UM een digitale onderwijsvisie en de plek van edutech hierin (zgn. technology enhanced education). Wij hebben expertise in huis om bij het maken van didactische keuzes voor een optimale combinatie van face-to-face en ICT een onderwijskundige bijdrage te kunnen leveren. Dit kunnen wij bewerkstelligen door advies, trainingen en workshops te geven die aansluiten bij bestaande activiteiten en de nieuwste ontwikkelingen. Verder hebben we aandacht voor de functionele en didactische behoeftes van nieuwe opleidingen en voor levenslang leren.

Wat willen we bereiken en hoe?

  1. Canvas volledig uitgerold en in gebruik nemen binnen UM en daarnaast toegankelijk maken voor externe cursisten van de UM; Expertise bieden over de best passende functionele en didactische mogelijkheden van Canvas; Functionele vragen over in beheer zijnde systemen zo goed en snel mogelijk kunnen beantwoorden. Rekening houdend met de Toetsvisie UM, de facultaire wensen en de behoeftes van de opleidings- en blokcoördinatoren willen we zo passend mogelijk advies geven over de diverse mogelijkheden van Canvas, Testvision en andere beschikbare tools.
    Hoe? Door te zorgen voor structurele uitbreiding van de capaciteit in de organisatie voor het beheer en ontwikkeling van de digitale leeromgeving; door de expertise van functioneel beheerders up-to-date te houden, door naast functionele kennis, didactische kennisontwikkeling te stimuleren en de aansluiting te zoeken bij UM en bij (inter)nationale kennisnetwerken en innovatieve projecten.
  2. Toegankelijkheid optimaliseren en ‘drempelvrij’ studeren mogelijk maken.
    Hoe? We gaan de onderwijssystemen en tools na op toegankelijkheidscriteria. Ook de website “Online Library” en de Online Library portalen zullen we op toegankelijkheid checken en evalueren.
  3. Support van videogebruik in het onderwijs bestaand uit functioneel en didactisch advies en we bieden verschillende trainingsmogelijkheden.
    Hoe? Door expertise te hebben op het gebied van videoconstructie en workshops en advies t.a.v. het didactisch gebruik van video’s in het onderwijs te bieden. Daarnaast is er bij de UB een fysieke ruimte met de benodigde video attributen waarvan zowel studenten als docenten gebruik kunnen maken.
  4. Advisering voor levenslang leren vanuit de functionele en didactische mogelijkheden van systemen die de UB beheert.
    Hoe? Door deel te nemen en een bijdrage te leveren, van de bij de UB aanwezige expertise, aan nieuwe en lopende projecten op dit terrein.

 

woman sitting at a table working on research output

C. Open Science en zichtbaarheid wetenschappelijke output UM

Waar staan we nu?

De UM onderschrijft de principes van Open Science en ondersteunt haar wetenschappers om deze grondbeginselen in de praktijk te brengen en wetenschap ‘zo open als mogelijk, zo gesloten als nodig’ te maken. Zo versterken we de banden met onze omgeving, van regionaal tot internationaal niveau en van burgers tot professionals. Open Science kan eraan bijdragen dat wetenschap beter gezien wordt, in de breedste zin van het woord.
De UB levert diverse diensten aan wetenschappers teneinde Open Access, FAIR DATA, Open Education en het zichtbaar maken van de  wetenschappelijke output te faciliteren. Hierbij in acht nemend dat onderzoeksbeoordelingen meer en meer gestoeld worden op alternatieve indicatoren die (societal) impact van het UM/MUMC+ onderzoek laten zien en dat in het wp-loopbaanbeleid “Erkennen en Waarderen” meer aandacht zal komen voor alternatieve carrièrepaden.

Wat willen we bereiken en hoe?

  1. Het vergroten van de zichtbaarheid, toegankelijkheid en hergebruik van wetenschappelijke output teneinde zowel de wetenschappelijke als maatschappelijke impact van het UM wetenschappelijk onderzoek te vergroten.
    Hoe? Uitbreiden van de mogelijkheden om research output open access te publiceren (gouden route) en/of toegankelijk en herbruikbaar te maken (groene route). Daartoe continueren we de landelijke en lokale transformatieve overeenkomsten met uitgevers en breiden deze tevens uit naar andere uitgevers en output. Ook onderzoeken we de mogelijkheid om in eigen beheer open access te publiceren. Tevens continueren we de ingezette route via “You share, we take care!” (Taverne), die het mogelijk maakt om wetenschappelijke publicaties die niet open access konden worden gepubliceerd alsnog open access te maken via de institutionele repository (Pure). Dit gebeurt nu op vrijwillige basis (opt-in), maar we verkennen de mogelijkheid om deze aanpak als regel voor alle UM-onderzoekers in te stellen (opt-out). Ook richten we ons op preprints, daar de aandacht voor deze output-vorm door de COVID-19 pandemie een vlucht heeft genomen.
    Concreet beogen we in 2021 het aandeel open access van de wetenschappelijke output te verhogen tot 80%, met als uiteindelijke doel via de genoemde routes binnen drie jaar op 100% (v.w.b. peer reviewed publicaties) uit te komen. Naast het vergoten van de zichtbaarheid van onze wetenschappelijke output zorgen we dus voor het maximaliseren van toegankelijkheid en hergebruik ter vergroting van de impact van de UM.
  2. Het creëren van FAIR-onderzoeksdata (primaire output van wetenschappelijk onderzoek), die betrouwbaar, vindbaar, (waar mogelijk) toegankelijk en reproduceerbaar is.
    Hoe? Daartoe bieden we gedurende de verschillende fasen van de research life cycle diverse vormen van onderzoekondersteuning aan. Teneinde de Research Data dienstverlening te optimaliseren heeft de UB de lead bij de integratie van deze dienstverlening binnen de UM en het aanhaken van MUMC+. Dit omvat ook de opzet van een Digital Competence Centre waarbij de UB tevens verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en coördinatie van de datastewardship services, training, advies en informatievoorziening via het Research Data Management (RDM) portal. Concreet beogen we hiermee de wetenschappers een Single Point of Contact aan te bieden waardoor ze beschikken over een betrouwbare informatiebron voor RDM@UM services, die de dienstverlening inzichtelijk en makkelijk toegankelijk maakt. Daarnaast zal er een Trainingsprogramma Graduate School op gebied van RDM en Open Science in 2021 starten.
  3. Het evalueren van de onderzoeksoutput op kwaliteit en impact.
    Hoe? Middels het aanreiken van goede stuurinformatie voor het monitoren, ontdekken, verbinden van wetenschappelijke output aan de UM/MUMC+. Mede in het verlengde hiervan participeert de UB in een project om te komen tot een UM-breed systeem voor onderzoeksregistratie. Tevens verlenen we diverse bibliometrische analyses en research intelligence. Concreet beogen we een actueel research intelligence dashboard beschikbaar te stellen voor alle faculteiten en onderzoeksgroepen. De implementatie van dit dashboard is in eerste instantie gericht op ondersteuning bij, evaluaties en indien gewenst strategische beleidsontwikkeling. In de toekomst kunnen ook mogelijkheden om het dashboard in te zetten ter onderbouwing van subsidievoorstellen van individuele wetenschappers en/of jaarverslagen en accreditaties van faculteiten of onderzoeksgroepen geëxploreerd worden.

 

D. Actuele collecties en trainingen

Waar staan we nu?

De UM beschikt over een goede collectie wetenschappelijke informatie relevant voor onderwijs en onderzoek in alle domeinen. Daarnaast leveren wij de wetenschappelijke data en informatie met betrekking tot de patiëntenzorg. Om de juiste informatiebronnen te kunnen vinden en op de juiste wijze te kunnen gebruiken, vindt een breed scala aan trainingen en workshops in informatievaardigheden plaats. Verder hebben we een bijzondere collectie die zowel in het onderwijs als maatschappelijk ingezet wordt.

Wat willen we bereiken en hoe?

  1. Stimuleren van zorgvuldig gebruik van wetenschappelijke informatie.
    Hoe? Door middel van dienstverlening aan blokcoördinatoren (uitleg en trainingen over Keylinks Learning Resources), het geven van voorlichting, het maken van een copyright videoclip, het geven van workshops over auteursrechten en afronden auteursrechten steekproef (UVO-audit).  Daarnaast zal er een interne pilot met een copyright tool worden opgestart voor belangstellende faculteiten.
  2. Inbedding information literacy framework in bacheloropleidingen UM. Expliciet aandacht voor de ontwikkeling van digital literacy van studenten en medewerkers.
    Hoe? Er zijn modules over informatievaardigheden ontwikkeld en beschikbaar voor docenten en studenten. De informatiespecialisten zullen samen met opleidingsverantwoordelijken nagaan hoe het information literacy framework in de opleidingen geïntegreerd kan worden. We geven trainingen voor bachelor en master studenten in information (digital) literacy. PhD-studenten kunnen zich inschrijven voor een advanced cursus in systematic review.
  3. Verbeteren functionaliteit collectiebeheersystemen (opvolger Islandora) en verkennen mogelijkheden voor gebruik van AI (artificiële intelligentie) en LOD (linked open data) om collecties binnen en buiten de UM met elkaar te verbinden.
    Hoe? Door te onderzoeken hoe AI elders wordt ingezet willen we nagaan of dat voor onze stakeholders bruikbaar en wenselijk is.
  4. Vernieuwing van het collectiemanagement.
    Hoe? Een toekomstvisie formuleren waarbij de mogelijkheden worden geschetst voor de ontwikkelingen op het gebied van open access en open educational resources, met aandacht voor toegankelijkheid en gebruik van de verschillende bronnen, mogelijkheden van AI waarbij we aandacht hebben voor de behoefte van de gebruikers.
  5. Communicatie naar en zichtbaarheid van de expertise voor gebruikers met betrekking tot de collectie verbeteren.
    Hoe? Een pilot houden waarin diverse vormen van embedded librarian wordt onderzocht en welke vorm(en) het beste aansluiten op de behoefte en de wensen van de faculteiten/MUMC+.

 

E. Integrale bedrijfsvoering en het nieuwe werken

Waar staan we nu?

In 2019 is het meerjarige programma Integrale Bedrijfsvoering gelanceerd dat impact op bijna alle bedrijfsvoeringsprocessen in de UB zal hebben (HR, finance, inkoop) en deze efficiënter en minder foutgevoelig zal maken. Deze digitale transitie is ook op andere plekken zichtbaar in de organisatie nu we – daar waar het werk niet op locatie moet gebeuren – we vanuit het mobiele homeoffice werken. De COVID-19 crisis heeft laten zien dat veel van het werk online, plaatsonafhankelijk kan plaatsvinden. Tegelijkertijd is er de behoefte (of noodzaak) om op locatie te werken en dichter bij de gebruikers te zijn.

Wat willen we bereiken?

  1. De eerste fase van de Integrale Bedrijfsvoering is geïmplementeerd. Concreet betekent dit dat de basisboekhouding, het inkoopproces en traject van HR-mutaties (in dienst treden, verlof, verzuim, uitstroom) verbeterd zijn.
  2. Introduceren van nieuw beleid wat betreft activiteiten gebaseerd en plaatsonafhankelijk werken in combinatie met hybride werkvormen en aandacht voor sociale interactie, inrichting back offices en pilots met werken op locatie in een faculteits- of campuslocatie.

 

Universiteitsbibliotheek Maastricht
Managementteam
maart 2021